De kans dat de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk tot een vrijhandelsverdrag komen is vooralsnog groot. Maar zelfs zo’n ‘zachte’ Brexit kost de Nederlandse economie ruim 4,5 miljard euro, vergeleken met 2019. Bovendien gaan er 17.000 banen verloren.
Dat verwacht ABN AMRO. De totale economische schade bedraagt 0,7 procent van het bbp. Dit komt door de extra handelsbelemmeringen die door de Brexit zullen ontstaan, zoals grenscontroles, files bij de douane en extra administratie. Deze belemmeringen zorgen de komende jaren voor een negatief effect op de vraag.
Bij een ‘harde’ Brexit – een vertrek zonder vrijhandelsverdrag – is de schade groter. Mede door de invoertarieven kost een harde Brexit de Nederlandse economie 17,5 miljard euro en 70.000 banen. Volgens ABN AMRO heeft het Nederlandse bedrijfsleven dus veel te winnen bij een succesvolle uitkomst van de Brexit-onderhandelingen.
Directe en indirecte schade
Nederland wordt relatief hard getroffen door de Brexit omdat het VK een belangrijke handelspartner is. Exporteurs van machines, chemische producten en voeding doen veel zaken met Britse afnemers en worden daardoor direct geraakt. Andere bedrijven worden ook indirect getroffen, omdat zij sterk verweven zijn met buitenlandse bedrijven. Bijvoorbeeld: als in het Verenigd Koninkrijk de vraag naar auto’s en machines uit Duitsland terugvalt, worden ook Nederlandse toeleveranciers geraakt. Ook in de dienstensector is sprake van indirecte schade, omdat deze vervlochten is met de handel in producten. Denk bijvoorbeeld aan accounting en juridische diensten.
Lees ook: ‘Voorkom chaos bij Brexit’
Kansen
ABN AMRO verwacht dat de Brexit – in welke vorm ook – het economisch herstel na de coronacrisis zal afremmen. Toch zijn er een aantal factoren die hoopgevend zijn, stelt Sonny Duijn, Sector Econoom Thema’s van ABN AMRO. “Een Nederlands bedrijf dat met Britse branchegenoten concurreert om marktaandeel op het Europese vaste land, kan zijn positie bijvoorbeeld aanzienlijk verbeteren. Ook levert de Brexit directe werkgelegenheid op, bijvoorbeeld voor dienstverleners. Zo kunnen grenscontroles tot juridische claims leiden als handelswaar bederft door oponthoud. Voor de komende weken zijn – voor zover nog niet getroffen – een aantal praktische voorbereidingen voor bedrijven erg belangrijk, zeker nu het einde van de overgangsperiode in zicht komt.”